Op donderdagavond 17 maart, 19.30 uur doen we op de baan de climaxloop om hartslagzones te bepalen.
Als er lopers uit andere groepen zijn die mee willen doen die kunnen aansluiten.
Hieronder een omschrijving van de test. Wel moet iedereen voor zijn eigen hartslagmeter zorgen.


Climaxloop
De climaxloop is een testloop die het individuele inspanningsgebied in kaart brengt, van 'heel licht' tot 'maximaal'. Op basis van de gegevens kun je inspanningszones bepalen voor je trainingen.

• Je doorloopt een aantal (max. 25) blokken van ongeveer 1 minuut.
• In blok 1loop je 8 km/uur
• Per blok neemt de loopsnelheid toe met 0.5 km/uur. Blok 2 is dus 8.5 km/uur.
• De blokken hebben verschillende lengtes
• Aan het eind van elk blok meet je de hartfrequentie
• Aan het eind van elk blok bepaal je ook de gevoelsmatige intensiteit op een schaal van  1 t/m 10  (Borgschaal)

Borgschaal

    1  Zeer, zeer licht

    2  Zeer licht

    3  Licht

    4  Vrij licht

    5  Matig

    6  Ietwat Zwaar

    7  Vrij Zwaar

    8  Zwaar

    9  Zeer zwaar

    10  Zeer zeer zwaar.



Als je tijdens de Climaxloop tot uitputting bent gegaan, betekent dat automatisch een score van 10. Meestal gaat dat samen met een heel diepe ademhaling en een zwaar, loom gevoel in de benen (verzuring).

Het is geen wedstrijdloop, de hoofdzaak is om je individuele inspanningsbereik te bepalen. Om een reeël beeld te krijgen is het wel zaak dat je de dag van te voren geen zware lichamelijke inspanningen levert.  

De Climaxloop wordt in twee series gehouden. De groep wordt verdeeld in tweetallen. In serie 1 lopen de nummers 1 en zijn de nummers 2 de coach. In de tweede serie worden de rollen omgedraaid. De coaches staan op het middenveld. Ongemerkt leggen ze ook een afstand af. Tussen de series zal dan ook een pauze genomen worden.

Op de baan staat om de 25 meter een hoedje. Je loopt steeds een blok van ongeveer een minuut op één snelheid. Je begint op 8 km/u. De snelheid wordt per blok met een halve kilometer verhoogd. Om de loopsnelheid aan te  geven klinken er signalen. Bij elk signaal moet je precies 25 meter verder zijn. Probeer op een gelijkmatige snelheid te lopen. Als je door vermoeidheid niet meer in staat bent om op tijd de hoedjes te bereiken, dan moet je stoppen.

Na elk blok is telkens 12 seconden pauze waarin de loper de hartslag en intensiteitbeleving (op een schaal van 1 t/m 10) doorgeeft aan de coach.

Alle coaches bevinden zich op het middenveld en spoeden zich in elke korte pauze naar de loper.

Het is de bedoeling om te proberen om het zolang mogelijk vol te houden, dus een maximale inspanning te leveren.


    Groeten,
    René Ester
    Trainerscoördinator AV Spirit
    0320-246181
    06-55385397